Op Weg 2022-07 door ds. V.T.Thurkow Wierenga
De Koning op de ezel
We zijn op weg naar Pasen. Stap voor stap. Totdat we aankomen bij de zesde zondag van de veertig dagen, Palmzondag. De intocht in Jeruzalem. Het zou wel eens kunnen dat deze intocht juist in dit jaar 2022 op een bijzondere wijze tot ons spreekt.
Op 24 februari barstte het geweld los in Oekraïne. Een brute machthebber, een legermacht die verwoestend te keer gaat. Kleine en grote mensen die ten onder gaan. Miljoenen vluchtelingen. Tanks die verpletteren wat op hun weg komt.
En dan lezen we straks op Palmzondag over een man die een koninklijke intocht houdt op de rug van een ezel. Kan het simpeler? Op een paard, ja, dat zou meer indruk gemaakt hebben. Maar een paard was in die tijd een oorlogsdier. Wagens en paarden hoorden bij de bezetters. De Romeinen hadden ze. Het Oude Testament is er al uiterst kritisch over.
“Van geen nut zijn paarden voor de overwinning; hoe sterk ook, ze bieden geen uitkomst”
(Psalm 33: 17).
Nee, de man van Nazaret kan zijn koninklijke intocht in de hoofdstad Jeruzalem niet houden op de rug van een paard. Dus wordt het een ezel. Een lastdier. Een lastdier dat met zijn berijder ook de last van de wereld op zijn rug draagt.
Alle vier de evangeliën vertellen over de intocht. Over de man op de ezel die als koning komt in de naam van de Heer. De koning die zich laat toejuichen, ja. Maar na zijn glorietocht stapt Hij af en gaat Hij naar de tempel. Niet naar het paleis. Zijn plaats is bij de gewone mensen. Daar hoort Hij thuis. Want daar woont God! Bij de mensen.
Een tegenvaller? Veel van zijn fans zullen gehoopt hebben op iemand die hen bevrijdt van de bezetters. Maar God, en dus ook Jezus, is anders. Jezus is de koning op de ezel.
De religieuze wereld, maar ook de kerk heeft daar altijd moeite mee gehad. De heidenwereld om te beginnen. Er is in het oude Rome een spotprent gevonden. Een graffiti, daterend uit waarschijnlijk de 2e eeuw. Daarop is een gekruisigde man te zien met een ezelskop. En bij het kruis staat een man te bidden. En ingekrast in de steen staat op de afbeelding: Alexamenos aanbidt zijn God. Als u deze graffiti wilt zien, google dan even, en tik in: Alexamenos aanbidt zijn God. Verschillende websites laten het dan zien.
Het is een oeroude beschuldiging tegen de christenen dat zij een ezelskop aanbidden. Trouwens, deze laster werd al eerder tegen de Joden geuit. Niet zo vreemd, want het christendom werd in het begin als een Joodse sekte gezien.
Koning op de ezel. Zo gaat Jezus Jeruzalem binnen.
En Hij gaat niet op een troon zitten, maar stapt af en mengt zich gewoon weer onder de mensen. Jezus, de Zoon van de Vader. Een God van mensen.
Het is een andere stijl van god-zijn. Mens-wording. Zoals de God van het Oude Testament al woorden uitdeelt die gedaan moeten worden. De Tien Woorden. Recht doen. Vriendschap en trouw bewijzen.
En Jezus doet niet anders. Stap voor stap gaande door het Joodse land staat Hij stil om medemens te zijn. God met ons. Tot en met de laatste week van zijn leven. Van Jeruzalem naar Getsemane naar Golgota. Trouw tot in de dood aan zijn Vader en de mensen.
We gaan het straks weer gedenken in de kerk. Van stap tot stap. Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag. Lijden, dood en graf. Maar het laatste is het niet. Het wordt Pasen. En we gaan het vieren!
De dood heeft niet het laatste woord.
En de legermachten hebben het niet, en de tanks niet, en de brute heersers niet. Een Ander heeft het voor het zeggen. Die er een andere stijl van god-zijn op na houdt: menswording.
Ik ben gaan wonen bij mensen
in schemerlicht en verwarring.
Ik wou een kleine-mensen-god zijn.
Liefde sterk als de dood.(Huub Oosterhuis)
En wat geeft de Koning op de ezel ons dan te doen?
Woorden die te doen zijn
brood en recht
vriendschap trouw en ontferming(H. Oosterhuis)
Dat is iets anders dan kerk-zijn met pracht en praal en taal van de sterkste. Dat is mens-zijn in Jezus’ naam. Doen we mee?
Palmpasen, de dag waarop christenen de intocht van Jezus in Jeruzalem vieren. Beeld: Kees de Kort