Al onze macht is ijdelheid door ds. Lucias de Haan

Op Weg 2025-18
door ds. Lucias de Haan

Al onze macht is ijdelheid

In de week dat dit artikel verschijnt (29 oktober) mogen we weer naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Op de kerkelijke kalender staat in dezelfde week nog een bijzondere datum: 31 oktober, Hervormingsdag. Een datum die herinnert aan Maarten Luther die op deze dag in 1517 zijn vijfennegentig stellingen (zeer waarschijnlijk figuurlijk) op de kerkdeur in Wittenberg spijkerde. Het begin van wat de Reformatie is gaan heten. Een oproep aan de kerk om te her-vormen en terug te gaan naar de kern van het Evangelie. Een kerkscheuring was niet waar Luther op uit was, maar waar het wel op uitdraaide: het begin van de protestantse kerken, de traditie waarin ook wij ons bevinden. Van Luther zijn onder meer een heel aantal liederen bewaard gebleven. Het ‘Lutherlied’ bij uitstek is ‘Een vaste burcht is onze God’. Vanouds in de kerk gezongen rond de datum van 31 oktober, wellicht was dat ook in onze kerken hier een gewoonte.

Denkend aan Luther in verkiezingstijd klinkt er een intrigerend zinnetje in dat Lutherlied. Het tweede couplet begint met “Al onze macht is ijdelheid”, of in een andere, oudere vertaling “Geen aardse macht begeren wij”. Nu is dat geen oproep om je te onttrekken aan de verkiezingen of de overheid überhaupt. (Een latere beweging in de Reformatie, de Wederdopers, heeft zoiets wel bepleit, maar dat is niet het punt van Luther.) Ik hoor het vooral als een relativering: blijf dingen zien in het grotere perspectief van het Koninkrijk van God. En dan kunnen wij wel denken veel voor te stellen, maar onze macht is relatief of zelfs ijdel (leeg, of misschien ook wel vaak: onmacht).

Luther richt zijn blik op God en vertrouwt op Hem. Gebaseerd op woorden uit Psalm 46: Hij is voor ons een vaste burcht, een veilige vesting. Welke vijand ons te na komt, bij Hem zijn we geborgen.

Daar wordt het Lutherlied meteen spannend. Want wie is die vijand? De taal in het lied heeft ook iets in zich wat gemakkelijk kan ontsporen: “God zelf staat ons terzijde.” In het lied wordt de vijand niet verder gedefinieerd. Dacht Luther aan tegenstanders van de reformatiebeweging? Aan de paus? Een wereldlijke leider?

De verdere geschiedenis van dit lied is helaas niet altijd even fraai. Noem het gerust een ontsporing. Daarin lijkt vertrouwen op God tot overmoed te hebben geleid. Met name in Duitsland zelf werd het vanaf begin 19e eeuw een strijdlied in allerlei conflicten en oorlogen, tot en met de beide wereldoorlogen aan toe. “God zelf staat ons terzijde” als een legitimatie van de eigen macht en het misbruik daarvan. Als een randschrift bij de geschiedenis. In Nederland is die geschiedenis van dit lied anders en niet zozeer verbonden met politiek en militair geweld. Daar lijkt het eerder in religieuze contexten te hebben geklonken en is de vijand de valse leer. Het lijkt verleden tijd dat het lied op zo’n manier werd ingezet. Het is daarom best terecht naar mijn idee dat in het Nieuwe Liedboek het Lutherlied niet onder het kopje ‘Hervormingsdag’ geplaatst is, maar onder ‘Geloven’.

Toch kun je soms verrast worden. Bij de uit de hand gelopen demonstratie (of noem het rellen) begin september in Den Haag verscheen opeens iemand met een kruis. Daarop stond geschreven: “God is goed, Geert wordt groot”. Ik heb met verbijstering de beelden ervan bekeken. Opeens worden geloof, politiek en macht weer zo met elkaar verbonden dat het wordt waartegen Luther zich verzette.

Een weerkerend refrein van de Reformatie is: semper reformanda. Dat betekent: je moet telkens weer re-formeren, her-vormen. Reformatie is niet alleen een historische gebeurtenis, maar iets dat telkens weer moet gebeuren. Terug naar de bron, naar het Woord, naar Jezus Christus, naar God. Uitgerekend dan wanneer we te vast en te veilig komen te zitten in onze schuttersputjes of veilige vestingen, wanneer geloof en macht onzuiver worden verbonden.

Een vaste burcht is onze God. Wat er ook gebeurt en gaat gebeuren. Dat is geen reden om aan de zijlijn te blijven staan, maar ook niet om overmoedig te worden. Het mag juist iets zijn van een relativering, waar we als kerk van zouden mogen weten. En uitdelen, want het is uiteindelijk een hoopvol perspectief. Ten diepste geloven we: God regeert. En dat mogen we stem geven in ons leven en deze wereld.

Deze en andere berichten van onze predikanten verschenen in ons kerkblad Op Weg.

Klik hier om meer te lezen.