Gaaf – gave – geven door ds. Lucias de Haan

Op Weg 2025-12
door ds. Lucias de Haan

Gaaf – gave -geven

Een bekend Bijbels gezegde luidt “Het is zaliger te geven dan te ontvangen.” Rijkdom mag je zien als een zegen, maar is in de Bijbel ook altijd iets om door te geven. Gezegend om tot zegen te zijn, zo lezen we al in het begin van de Bijbel bij de roeping van Abraham. In het Nieuwe Testament geldt hetzelfde voor de gaven die de Heilige Geest uitdeelt in de gemeente.

 

Als gemeente zijn we ook rijk – en dan heb ik het nu even niet over de financiën. Over de gemeente valt altijd genoeg te zeggen, mooie dingen en minder mooie dingen. Als je wilt is er ook altijd wel iets om over te klagen, wat je graag anders zou zien, wat…  u kunt vast wel iets bedenken. Van de apostel Paulus leren we om in de eerste plaats dankbaar te zijn voor de gemeente. Vrijwel al zijn brieven beginnen met dankbaarheid aan God voor de gemeente, voor de mensen, voor het geloof. Zo zijn ook de eerste drie hoofdstukken van de Efezebrief een lofrede op Gods genade in Jezus Christus. Dankzij Hem vormt zich een gemeenschap van mensen die van zichzelf niet bij elkaar passen, maar de muur die hen scheidde is afgebroken. Zo mogen ook wij in Beilen-Hijken-Hooghalen bij de wereldwijde kerk van Jezus horen; dat is gaaf, reden tot dankbaarheid! Vervolgens komt de opdracht om die eenheid te bewaren en je daar ook voor in te spannen. Gelukkig hoeven we dat niet alleen te doen. God geeft gaven aan mensen om de gemeente te bewaren en te bouwen.

 

Het zijn gaven van de Heilige Geest. Ook op andere plekken in de Bijbel kom je die tegen, bijvoorbeeld in de eerste Korinthebrief hoofdstuk 12. Het doel is niet om een specifieke lijst van gaven te geven, maar aan te geven dat er een verscheidenheid aan gaven is. Bijzondere en minder opvallende, gaven die meer met het hoofd van doen hebben en gaven die meer met de handen te maken hebben. Gaven en talenten van leidinggeven, onderwijs, omzien naar elkaar, maar ook praktisch en concreet bouwen aan Gods huis. Soms zijn het talenten die iemand al heeft, maar die nu – door de Geest aangewakkerd – in het bijzonder worden aangewend om te bouwen aan de gemeente en Gods Koninkrijk. Ook in onze gemeente mogen we zo gaven en talenten herkennen: iets om dankbaar voor te zijn!

 

Het valt mij op dat Paulus schrijft in Efeze 4 dat deze gaven zijn gegeven om “de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst.” Gaven ontvang je niet om je eigen C.V. mee op te bouwen, maar om in te zetten tot opbouw van de ander.

 

 

Het lijkt een open deur, maar het is allerminst vanzelfsprekend. In de gemeenten die Paulus kende leidde het soms zomaar tot conflict: de een ging zich belangrijker voelen dan de ander.

 

Gaven die je ontvangt om de ander te bouwen. Die aansporing is goed om te horen, ook in onze tijd. Het staat haaks op wat in onze tijd ook veel te horen is. Onze tijdgeest is veel meer van “wat valt er voor mij te halen?”, is mijn indruk. Met als gevolg: als er voor jou niets meer te halen is, dan vertrek je weer. Een dergelijk mechanisme meen ik ook te herkennen bij de kabinetsval. Paulus wijst op een houding die niet gericht is op halen, maar op brengen. Dat geeft ook in de kerk te denken. Ook in de kerk kunnen we vervallen in een ontvangende houding. Gelukkig valt er ook veel te ontvangen! Maar we worden ook zelf ingeschakeld: om wat we ontvangen hebben ook vruchtbaar in te zetten. Daarmee kunnen we als kerk misschien zelfs iets laten zien in de maatschappij van hoe het ook kan. Niet gericht op onszelf, maar de ander: elkaar opbouwen, versterken en eenheid zoeken. Gaven om te geven dus.

 

Zo mogen we de gaven en talenten van de Geest gegeven ontvangen. Zelf, en de gave die een ander heeft: om jou en mij op te bouwen in geloof. Dat stelt mij wel de vraag of ik de gave van een ander kan en wil ontvangen…

 

Ik vind het mooi dat Paulus hier op wijst: gaven worden uitgedeeld om de gelovigen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Ambt-, taakdragers en vrijwilligers die hun gaven inzetten mogen dat doen om anderen te helpen in hun geloof. We besteden de taken niet aan hen uit, alsof zij het werk voor ons doen en wij daarmee vrijaf hebben. Voorbeeld: de diakenen lopen voorop in de diaconale arbeid, maar dat is niet zodat wij dan achterover kunnen leunen: ze helpen ons om allemaal onze diaconale roeping te kunnen vervullen.

 

Zo kan de gemeente groeien: in eenheid, in liefde. Het lichaam sterker worden, door de spieren en pezen die getraind worden. En dat alles met het hoofd Jezus Christus, door Wie het lichaam samenhang krijgt.

 

Laten we de gaven die God ons ook in onze gemeente geeft dankbaar ontvangen en inzetten!

 

 

 

Deze en andere berichten van onze predikanten verschenen in ons kerkblad Op Weg.

Klik hier om meer te lezen.