door Ds. P. de Vries - verschenen in Op Weg 13-2021
Als sportliefhebber kun je deze zomer je hart volop ophalen. EK voetbal, Tour de France en natuurlijk de Olympische spelen.
In de Bijbel wordt niet direct veel over sport gesproken. Paulus spreekt er echter wel over. Hij is er enerzijds kritisch op.
Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft.
(1 Tim. 4: 8)
Paulus zegt dat je alles in het leven, en dus ook het sporten, in het juiste perspectief moet plaatsen. Op zich is er niets mis met sporten, of zoals Paulus het verwoordt de oefening van het lichaam. Integendeel, ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest (1 Korinthe 6:19). Daar moet je zuinig mee omgaan. Goed eten, sporten, … hoort daarbij. Op die manier kan God door jou heen werken. Máár pas wel op dat het sporten niet de overhand neemt. Ons lichaam, de oefening van het lichaam, is tijdelijk. Geloof, of de godsvrucht, heeft daarentegen eeuwigheidswaarde. Paulus waarschuwt om niet helemaal op te gaan in het sporten. Soms is de verleiding groot. Sporten kan, net als veel andere hobby’s, verslavend werken. Het houdt ons af van de zaken in het leven die er echt toe doen.
Anderzijds gebruikt Paulus de sportwereld wel om het Evangelie te verkondigen. Hij vergelijkt het geloof zelfs met een atleet.
Weet u niet dat van de atleten die in het stadion een wedloop houden er maar één de prijs kan winnen? Ren als de atleet die wint. Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke
(1 Korinthe 9: 24-25).
Vanuit de Olympische Spelen kennen we allemaal de spreuk die aan Pierre de Coubertin is toegeschreven: ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’. Het belangrijkste is dat we alles uit onszelf halen. Echter deze spreuk is al zo vaak gebruikt, dat het een beetje sleets wordt. Moet u maar eens googelen.
Verschillende humoristische plaatjes van mensen die het rustig aan doen kom je dan tegen. Immers meedoen is belangrijker dan winnen, toch?!
Paulus zet juist heel erg in op de inzet en beheersing. Geloof vraagt net als een topsporter om oefening. Het vraagt dat we tijd vrijmaken voor God, voor Zijn Woord, voor elkaar. Het vraagt dat we ons onthouden van allerlei zaken die ons van God en Zijn bedoeling met deze wereld afhouden. Om nog even terug te gaan naar de spelen: Destijds hadden atleten tijdens de wedstrijd geen kleren aan. Want letterlijk niets mocht in de weg zitten om tot een goede prestatie te komen.
In het verlengde roept Paulus ook op om datgene weg te doen wat jou/ u van God en Zijn bedoeling afhoudt. Geloof vraagt dus zo steeds om oefening, beheersing, toewijding, maar bovenal ook om vertrouwen. Want wij lopen niet alleen. Jezus heeft voorop gelopen in de wedloop van het leven (Hebreeën 12). In Hem (en Hem alleen!) wordt duidelijk dát wij meer dan overwinnaars zijn. Dat dit geloof ons vertrouwen mag geven voor de wedloop van ons leven en samenleven.