Op Weg 2023-01 door ds. Magda Hazeleger
STAP VOOR STAP
n.a.v. Marcus 5: 21-24 en 35-39
Gaandeweg in je leven leer je dat we sommige dingen kunnen laten gebeuren, en andere dingen kunnen voorkomen. We leren wat onze eigen macht is. We kunnen vrienden maken en vijanden. We kunnen ja én nee zeggen. Dan kun je denken dat we de dingen in eigen macht hebben en maken we ons wijs dat als we alles goed doen, alles goed af zal lopen. Dat we ons leven in de hand hebben. Tot er iets gebeurt. Je verliest je baan, de dokter vindt een raar plekje bij een onderzoek, je kind komt niet mee op school en opeens verandert alles. ‘Ik ben de controle over mijn leven kwijt’ zeggen mensen als hen erge dingen overkomen. Maar mensen verliezen de controle niet over hun leven. Ze verliezen de illusie van controle – en dat is een harde les om te leren. Zo moeilijk, dat we keer op keer de situatie herbekijken om er toch nog greep op te krijgen.
Voor zover ik weet kan dat niet. Het hoort bij ons. De mens heeft prachtige mogelijkheden én grenzen. We kunnen niet vliegen. We zullen sterven. We kunnen niet bepalen waar we geboren worden. We kunnen niet onder controle houden wat ons overkomt. Wat we wél kunnen bepalen is hoe we reageren op de omstandigheden en dat vraagt moed. De bijbel zit vol met verhalen die daarover gaan.
Zoals dit verhaal van Jaïrus. Hij lijdt ook aan de grenzen van zijn kunnen. Zijn kleine meisje is dicht bij de dood en er is niets wat hij kan doen. Niets dan Jezus smeken: ‘Kom, leg uw handen op haar! Dat ze genezen zal en leven.’ Maar nog voor hij daar is, komt het vreselijke nieuws: ze is gestorven. Jezus negeert deze versie van de waarheid. Hij geeft de kortste preek van zijn leven:
‘Wees niet bang’, zegt Hij, ‘geloof alleen.’
Dat is een woord voor iedereen die te vechten heeft tegen vijanden die hij niet de baas is. ‘Geloof alleen wát?’ Dat onze gebeden verhoort zullen worden? Dat de dingen zullen gebeuren zoals wij dat willen? Dat is de manier waarop het lijkt te werken in deze verhalen. De mensen roepen Jezus en ze krijgen wat ze willen. De storm stopt, de duivel wijkt, de kleine meid stapt weer uit bed. Dat willen wij ook. Maar dat is niet waar het over gaat in deze verhalen. Ze gaan niet over hoe je God zover krijgt dat Hij doet wat wij willen (wat niet anders is dan een manier om de zaak alsnog onder controle te krijgen). Deze verhalen vertellen wie God is, en hoe God handelt. Marcus schreef de verhalen maar om 1 reden: Jezus is geen gewone man. Deze man is de zoon van God. Geloof dat. Marcus wilde dat de mensen zouden geloven dat Jezus was wie Hij zei dat Hij was, zodat ze, toen Hij weg was, de moed niet zouden verliezen. Hij wilde dat ze zouden geloven dat zelfs als Hij niet meer onder hen was, Hij nog steeds de macht had hun leven te genezen op andere manieren.
Nieuwe, andere manieren, omdat zijn eigen dood alles veranderde, door de hele gewone manier waarop dat ging. Hij werd gekruisigd, Hij bloedde, stikte en stierf – om het kort te zeggen. Hij ging nét als wij allemaal gebukt onder, en ten onder aan de menselijke natuur. Dat is waar Hij in toegestemd had, zodat God ons de mogelijkheden kon laten zien: hoe een mens, bereid om de controle uit handen te geven, het opnieuw ontvangen kon. Niet voor even, maar voor altijd, en voor de mensheid als geheel ook nog eens.
‘Wees niet bang’, zegt Hij, ‘geloof alleen’. Geloof alleen wát? Hij zegt het niet, maar dit zijn de twee keuzes klaarblijkelijk, als mensen ontdekken dat ze geen controle hebben. Ze kunnen bang zijn, of ze kunnen geloven. Het is bijna nooit een kwestie van en/of. Bijna niemand gelooft de hele tijd, maar ik weet hoe angst en geloof voelen en dat er een ervaarbaar verschil is tussen die twee. Angst is een klein plekje, met bijna geen lucht, en bijna geen licht. Je kunt je niet omdraaien, maar 1 kant opkijken, maar dat doet er nauwelijks toe want je ziet toch bijna niets. Er is geen toekomst in het donker. Alles is voorbij. Mensen kunnen je de uitgang wijzen, maar als je bang bent, kun je de deur niet openen. Blijven zitten waar je zit, zelfs als je geen adem kunt halen, als je niet kunt bewegen. Zo voelt angst.
Geloof is als een touwbrug
Geloof is wat anders. Het is niet een zacht warm nest of een kasteel hoog op een berg. Het is meer als een touwbrug over een ravijn. Sterk en stevig, maar heen en weer zwiepend, met volop licht en lucht, maar weinig om aan vast te houden, behalve de verhalen die je gehoord hebt. Dat is de beste en enige manier om aan de overkant te komen, en het zal jouw gewicht dragen. Alles wat je moet doen is meer in de brug geloven dan in het ravijn, maar gelukkig hoef je het niet alleen te doen. Er zijn anderen die het met jou geloven en zelf soms voor jou geloven als je eigen geloof dun wordt. Ze zijn de brug soms al over en wachten aan de overzijde. Je kunt hun stappen volgen, recht vooruit kijken, en de ene stap voor de andere zetten. Dat is genoeg. De ene stap voor de andere.
Er is een boel moed voor nodig om mens te zijn. Maar als Jezus is wie Hij zegt dat hij is, dan zal de brug houden. In Hem geloven, maakt ons niet de baas, en het zal ons niet geven wat we willen, of ons behoeden voor alle kwaad, maar als we in Hem geloven raken we de angst voor ons leven kwijt. Hoe ons leven ook loopt, we kunnen maar zo leren om het écht te leven, het misschien zelfs leren liefhebben, al was het maar omdat we geloven dat Hij leeft en ons leven ook liefheeft.