Psalm 42 – Erik Potjes

Op Weg 2022-06
door Erik Potjes

Psalm 42

De gedachten in mij buitelen over elkaar heen. Aan de ene kant ben ik bezig met de voorbereidingen van de avond over levenseinde & stervensbegeleiding gekoppeld aan het jaarthema ‘van U is de toekomst’. Wat een verwachting en een uitzicht wij als gelovigen mogen hebben, dat er na dit leven een ontmoeting met Christus op ons wacht. Een eeuwig samenzijn, wat ik mij daar dan ook bij voor mag stellen weet ik niet, maar het geeft hoop! Aan de andere kant het oorlogsgeweld dat in de Oekraïne is losgebarsten. Mensen die moeten vluchten voor hun leven als ze niet al sterven onder dit oorlogsgeweld en de wapens. Psalm 42 kwam in mij naar boven en daar buitelen de gedachten van de dichter ook over elkaar heen. De ontmoeting met God in het heiligdom, de eredienst de plek waar God ontmoet wordt. De dichter is er ver bij vandaan ondanks dat hij weet dat God dicht bij hem is.

Ik dacht daarover na, naar aanleiding van de komende thema-avond. Levenseinde, daar sta ik eigenlijk nooit zo bij stil. Wel vaak denkend over een toekomst bij God, die ontmoeting in het heiligdom. Er is geen betere plek om bij Hem te zijn, zingen we dan. Maar gelijktijdig vallen er op het moment dat ik dit schrijf onschuldige slachtoffers en is de dood onomkeerbaar. Dan roep ik de vraag uit ‘waarom?’, wetend dat ik het antwoord niet krijg, en ook niet hoef te weten. Want wat maakt mij aan God gelijk? Helemaal niets. Zou ik God dan ter verantwoording roepen? Nee, dat niet. Maar het geeft wel de onmacht van ons mensen weer. Er gebeuren dingen in ons leven die ver boven ons uit stijgen, waar wij geen grip op hebben. Dan kan je, net zoals de dichter van psalm 42 onrustig worden. Je geloof aan de wilgen hangen. Of… of je kan door je onrust of tranen heen uitspreken: ”Heer ik begrijp het niet, maar ik vertrouw op U, van U is de toekomst”.

Is het dan weer goed? Is er dan geen pijn en is er dan geen verdriet meer? Zeker wel. Maar we moeten ook blijven beseffen dat wij mensen zijn. Niets meer en niets minder. In het paradijs maakten we kennis met de boom van de kennis van goed en kwaad, en dat zal ons ons leven lang achtervolgen. In sommige pastorale situaties lost dit niks op en wil men liever God in het geheel terzijde schuiven. En het zijn ook de vragen die ik nu heb als ik denk aan de oorlog. Maar gelijktijdig denk ik dan ook aan Job. Job die weet dat hij volkomen rechtvaardig is en dat dit hem dan allemaal overkomt. Hij echter blijft erbij dat God rechtvaardig is. En als God met Job spreekt, dan kan Job alleen maar antwoorden dat hij berouw heeft over de woorden en gedachten die te klein over God dachten. En ik troost mijzelf met de woorden uit Job 38 en verder. Gods almacht is zoveel groter dan ik kan bevatten. Mijn kennis en kunde is zo weinig, hoe zou ik dan God ter verantwoording kunnen en mogen roepen?! Job zegt dan in hoofdstuk 42: ”Ik weet dat U alles vermag, en geen plan is onmogelijk voor U.”

Met deze woorden stopt de oorlog in de Oekraïne niet. Met deze woorden drogen de ‘waarom’ vragen niet op. Maar ik mag wel weten dat ze geborgen zijn in de handen van een alles omvattende God. Dan is het jaarthema: ‘van U is de toekomst’. Daarin weet ik mij dan geborgen en dan kan ik ook weer terugkeren naar psalm 42. Het 12de vers dat zingt: “wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God.”

Deze en andere berichten van onze predikanten en kerkelijk werker verschenen in ons kerkblad Op Weg.

Klik hier om meer te lezen.