Op Weg 4 – 2023
door ds. Magda Hazeleger
‘Blijf!’ Over de wijnstok en de ranken
Johannes 15: 1-8
Als Jezus dit verhaal vertelt, weet Hij dat zijn einde nadert. Hij haalt zijn discipelen bij zich voor een laatste gesprek. En je voelt de groeiende paniek bij de leerlingen. Plotseling wordt dat wonderlijke gevoel van overvloed – dat altijd een beetje rond Jezus hing -, verdrongen door de angst van schaarste, dat ze hem niet veel langer hebben. En de discipelen zeggen: “Laat ons meer zien! U hebt ons nog niet genoeg verteld!” Maar Jezus zegt: “Ik heb je alles laten zien wat er nodig is. Meer doen, meer zeggen is alleen maar herhaling.” Het is alsof Jezus zijn spotify-lijst uit de jaren 1980 heeft gepakt en begint te zingen: “If you don’t know me by now, you will never, never, never know me..”
Wat Jezus doet, is nog een laatste keer “Ik ben” zeggen. Hij heeft al zes keer “ik ben” gezegd – waaronder “Ik ben de opstanding en het leven”, “Ik ben de goede herder” en “Ik ben de weg, de waarheid en het leven” – en nu gaat Hij er zeven keer van maken.
Jezus zegt: “Ik ben de ware wijnstok.” Dat is een zin vól betekenis. Israël beschouwde zichzelf als een wijnstok, of een wijngaard. En Jezus zegt hier: “Ík ben het ware Israël, de uitverkorene, door wie alle volken een zegen zullen vinden. Ik ben de stam, de kern van alles wat God altijd heeft gedaan. Ik ben het hart van Gods verhaal. Ik ben de oorspronkelijke bron van leven.” En nu, in de nacht voordat Jezus aan het kruis wordt gehangen, beschrijft Jezus zichzelf als een wijnstok. Dat is geen toeval. Jezus zegt: “Dat is wat ik ben – ik ben Gods armen uitgestrekt. Om Israël, de mensheid en de hele schepping tot leven te brengen en het water van het leven te veranderen in de wijn van het eeuwige leven. Mijn Vader snoeit mij, om overvloedig leven aan de wereld te geven.”
Het woord dat Jezus maar liefst acht keer gebruikt in vier korte verzen is: “blijf”. “Blijf in mij.” Met andere woorden, blijf verbonden met de wijnstok, blijf bij deze dingen. “Als je in het kort wilt onthouden wie Ik ben,” zegt Jezus, “denk dan aan de wijnstok.” “Blijf aan de wijnstok,” zegt Jezus. “Als je me niet kent als wijnstok, zul je me nooit, nooit, nooit kennen…”
Als we onze eigen stem en ons bestaansrecht als kerk, als gelovige, midden in Beilen geloofwaardig willen houden, dan is dat de kern. Het gaat er in onze identiteit als kerk over of we aan de wijnstok, aan Jezus verbonden zijn.
Anderen hebben een andere – en wezenlijk belangrijke! – rol. Maar wij hebben de taak te blijven in Jezus. De vruchten, het overvloedige leven, dat voor iedereen bedoeld is, komt voor een kerk, voor een gelovige dán pas, als je aan de wijnstok Jezus blijft. Vrucht dragen doen we in de kerk pas in verbondenheid met de wijnstok. En wijn wordt een druiventros pas, als ie geplukt wordt. Wát anderen ook doen, wíj moeten in Jezus blijven!
Ik ben in Beilen geroepen om met elkaar en in het dorp de lofzang gaande te houden. Te helpen bij het zichtbaar maken van de eigen stem van deze kerk in dit dorp. Soms lukte dat, soms niet. Ik heb gaven, maar ook beperkingen en fouten. Wat er uiteindelijk blijft van mijn werk hier, is gelukkig aan God zelf. Deze grond, dit dorp, deze kerk, heb ik ervaren als een heel eigen plekje in Gods wijngaard. Je vindt hier onverwachte (on-)vruchtbaarheid – en een heel eigen discipelschap met soms een bijna mystieke geloofsbeleving. De zegen van vriendelijkheid van mensen, de rijkdom van de ruimte in de natuur. Deze gemeente gaf me de mogelijkheid om veel nieuwe dingen te mogen leren over wat het betekent om volgeling van Jezus te zijn. En daar ben ik jullie en mijn hemelse Vader heel erg dankbaar voor.
En nu ben ik als een van discipelen bij het laatste avondmaal, die voelt dat de overvloed van deze ruim vijf jaar op het punt staat te worden verdrongen door de schaarste van afscheid. Samen hebben we takken zien groeien en vrucht zien dragen. Samen hebben we de overvloed van de Vader ervaren. Samen hebben we tijden van snoeien gekend. Samen hebben we geleden, boosheid en onbegrip gekend om het verliezen van takken, verdriet om vruchten die verdroogden, om schimmel die de vruchten bedreigde. Onmacht en frustratie als sommige takken door de droogte afgestoten worden, vrolijkheid als een schijnbaar dode rank tóch vrucht droeg, vreugde over de zoetheid van de druiven.
Maar samen hebben we ook tegen Jezus gezegd: “Blijf bij ons.” En, weet je wat? Ik geloof dat Hij dat heeft gedaan.
In dankbaarheid groet ik jullie en wens jullie Gods zegen. Moge die zegen zich vertalen in overvloedige zegen voor Beilen! In Jezus Christus, de ware wijnstok verbonden,
ds. Magda Hazeleger